WMO-tour door Bodegraven-Reeuwijk, een terugblik

1-ChristenUnievrijdag 28 februari 2014 12:30

Op 1 maart zijn wij met Kees Oskam, wethouder, Arie de Groot, fractievoorzitter en Carla Dik-Faber, 2e kamerlid, langs een aantal organisaties gegaan om uit het veld te horen wat er spelt en waar mogelijk problemen te verwachten zijn bij de uitbreiding van het takenpakket van de gemeente in 2015.

In Kerverland hebben wij met elkaar besproken hoe we in de gemeente werken en heeft Kees Oskam, die ook bestuurslid is van Kerverland, verteld van het ontstaan van Kerverland. Het is een wooncomplex die door particulieren is opgezet. Het sterke van het wooncomplex is dat de bewoners aandacht voor elkaar hebben, zij zorgen er voor elkaar. Hier zien we in de praktijk gebracht dat ouderen van 70 die nog goed uit de weg kunnen zorgen voor hun 80 jarige buurman of buurvrouw door even te bellen ’s morgens of ze al uit bed zijn etc. 

De huisjes zijn allen overgedragen aan de woningbouwvereniging met als voorwaarde dat zij ervoor zouden zorgen dat er appartementen zouden gebouwd worden die meer voldoen aan de huidige maatstaven. Na de zomervakantie gaat de 2e bouwronde van start. In de 1e bouwronde is al een school met daarboven appartementen gebouwd.
Helaas hebben wij niet met de bewoners kunnen praten over hun ideeën en mogelijk zorgen over de nieuwe plannen.

Hierna zijn wij op verjaardagsvisite geweest bij Buurtzorg Driebruggen. Zij bestaan 5 jaar en vieren op 6 maart hun eerste lustrum. Buurtzorg Driebruggen werkt voornamelijk in de kernen Driebruggen, Waarder en Nieuwerbrug. We spraken met een enthousiast team van verpleegkundigen die erg blij waren dat zij over gegaan waren naar deze werkgever. Zij worden serieus genomen in hun professie en vinden het juist belangrijk dat ze alle handelingen die nodig zijn kunnen en mogen doen. Een opmerking die regelmatig terug kwam was: “Het zijn niet alleen steunkousen maar er zit ook een lijf aan vast”. Wat zij bedoelen was dat het niet gaat om alleen de handeling waarvoor niet noodzakelijk een verpleegkundige voor nodig is belangrijk is maar dat zij tijdens het aantrekken van bijv. de steunkousen ook de mogelijkheid hebben om de client te spreken en eventueel andere lichamelijke moeilijkheden te onderzoeken. Een steunkous nodig hebben is ergens door gekomen. Zij zorgen dus voor het hele lichamelijke welbevinden van de cliënten en zijn er ook voor de psychische zorg. Doordat zij een hele goede band hebben met de huisartsen en andere hulpverleners kunnen zij met zeer korte lijnen werken en worden zij indien nodig ingeschakeld of schakelen zij anderen in.
Belangrijk in de organisatie is het ontbreken van managers, een team doet het met elkaar en kan maar uit maximaal 10 verpleegkundigen bestaan. Wanneer er meer komen dan zou dit betekenen dat er een nieuwe vestiging geopend zou moeten worden. De Buurtzorg organisatie heeft op dit moment zo’n 10.000 medewerkers en ongeveer 30 mensen overhead voor de administratie etc. Zij zijn een typisch voorbeeld van hoe de zorg kan werken. Wanneer er gebeld wordt met een hulpvraag dan wordt ervoor gezorgd dat dezelfde dag nog iemand langs kan komen, deze verpleegkundige mag dan ook direct de zorg gaan verlenen die zij noodzakelijk acht. Bij Buurtzorg staat de patient centraal en zullen zij alles doen wat binnen hun mogelijkheden ligt, ze gaan zelfs naar een patient in het ziekenhuis toe wanneer deze naar huis wil en er apparatuur mee moet om zich te orienteren of zij deze zorg kunnen bieden.

Wel lopen zij aan tegen de bureaucratie van bijvoorbeeld de gemeente. Wanneer er een rolstoel moet worden aangevraagd gaat dit over vele schijven en wanneer er dan iets mis zit dan moet het weer langs al die schijven om ten slotte de monteur weer te laten komen. Dit is een manier van werken die zij binnen hun eigen organisatie niet kennen en die als zeer omslachtig en ook onnodig wordt ervaren. Waarom niet samen optrekken als zorgverlener en ambtenaar om samen dingen op te starten. Misschien is het een idee om de ambtenaren een stage te laten lopen om te zien wat het werk inhoud en hoe professioneel de zorgverleners zijn. Ook lopen zij er tegen aan dat de verzekeraars wel erg veel macht hebben en soms besluiten om de zorg die noodzakelijk is niet te vergoeden.
Is de Buurtzorg niet een soort wijkteam zoals deze straks moeten komen?

Zij hebben ook een vraag over het opzetten van Zorgnet die coordineert bij het verlenen van hand en spandiensten. Hierin zouden de vraag en het aanbod bij elkaar gebracht kunnen worden. Een optie die zij aangaven was het opzetten van een locale Present afdeling, hier hadden wij ook al over gehoord bij de avond met Gert Jan Segers. Het zou misschien efficienter en goedkoper zijn dan zelf iets opzetten. Nu de vraag, wie gaat dit opzetten?

Hierna zijn we naar Bodegraven gegaan om in Rijngaarde te overleggen met de WMO-raad, Alzheimer Midden Nederland en de diaconie. Carla geeft aan dat zij vooral hier is om te luisteren naar de meningen van de mensen om dit mee te nemen naar de 2e kamer. Er moet nog een heleboel geregeld worden en er is dus ook mogelijkheid voor haar om dit mee te nemen bij de besprekingen die in de 2e kamer gehouden gaan worden. Hoewel het dus nog lang niet klaar is is het ook geen optie om er mee te stoppen. Er moet gezorgd worden dat er wel een goede overgangsregeling komt. De vraag is of de gemeenten er wel klaar is. Papier is geduldig maar hoe is het in de praktijk. Er is een inventarisatie geweest en deze heeft uitgewezen dat wij “groen” scoren. Dit wil echter alleen maar zeggen dat wij er administratief klaar voor zijn.
Er lopen op dit moment meerdere discussies door elkaar, bezuiniging maar ook een visie op de zorg. Bezuinigingen kunnen ook een impuls geven aan een nieuwe visie op de zorg. We moeten zorgen dat de zorg vanuit de samenleving georganiseerd wordt, de gemeente moet een visie hebben. Dit is belangrijk om deze overgang goed door te komen.
De overgangsperiode kan gebruikt worden om te zorgen dat we minder afhankelijk zijn van instituten. Wij zijn als dorpen goed in het onderling contact, laten we dus de zorg zo dicht mogelijk bij ons houden en het papierwerk in samenwerking met grotere gemeenten.

Verder worden er geluiden gehoord dat er al indicaties worden geweigerd in afwachting van de nieuwe regelingen. Dit is niet volgens de afspraak en hier zijn al schriftelijke kamervragen gesteld door de ChristenUnie.
Een andere zorg is dat er straks geen geld meer is en dat er dan geen zorg meer verleend wordt. Dit is echter niet zo, dit is een regeling waarvoor altijd geld moet zijn. Wel moeten we zorgen dat het geld wat we binnen krijgen ook geoormerkt wordt als geld voor de zorg. Het zorgt er dan voor dat er bij overschotten ook tegenslagen opgevangen kunnen worden en het geld niet gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld lantaarnpalen.
De WMO vraagt wat wij voor verschil maken t.o.v. anderen. Dit wordt duidelijk beantwoord door Carla en tevens bevestigd door de gemeentelijke politici. Wij hebben altijd de mens die zorg nodig heeft op de voorgrond gesteld. We willen ook zorgen dat er eerst gekeken wordt naar de samenleving, de familie, vrienden etc. Wij blijven vinden dat er eerst gekeken moet worden naar vrijwilligers en dat het zorgen eerst binnen de gezinnen moet worden opgelost. Zorgen voor elkaar. Verder vinden we het belangrijk dat er identiteit gebonden zorg nog steeds mogelijk blijft. Het is natuurlijk veel makkelijker om te zorgen dat er door de gemeente maar een paar zorgorganisaties hoeven te worden gecontracteerd maar hierdoor zullen vele kleine organisaties onder druk komen te staan. De stichting Alzheimer Midden Nederland geeft aan dat het voor het heel belangrijk is dat de mantelzorgers worden ondersteund. Zij werken heel veel met vrijwilligers en de samenleving moet zich gaan voorbereiden op meer dementerenden in de omgeving. Het is dus daarom zeer belangrijk dat er dagopvang geregeld wordt. Hierop geeft Kees Oskam aan dat hij ook daarom zo blij is dat het oude gemeentehuis van Reeuwijk is verkocht voor deze doelgroep.
Wanneer we vragen aan de kerken wat zij verwachten dan krijgen wij te horen dat er misschien te veel van de kerken wordt verwacht. Bij kerken is het zo dat de vergrijzing ervoor zorgt dat er minder jeugd is om als mantelzorgers te werken. Mogelijk is het bezoekwerk wel iets wat uitgebreid kan worden.
Verder moet de gemeente dan ook meewerken wanneer de kerken wat willen organiseren want dat is ook niet altijd het geval.
Maar laten wij niet bij de kerken blijven en kijken naar andere verenigingen die wel subsidie krijgen van de gemeente. Wat doen zij voor de samenleving?

Vanuit de WMO commissie sluiten we dan af met de vraag: Wat doen wij in de opvoeding dat het vrijwilligerswerk en de mantelzorg tegenwoordig zo moeilijk geregeld kan worden?

Labels
Campagne

« Terug